Home

Financiën

Ankerpunten voor een beschouwing van de financiële positie van de gemeente zijn weerbaarheid en wendbaarheid. Met weerbaarheid bedoelen we dat we risico’s op kunnen vangen als deze zich voordoen, zonder dat het beleid meteen hoeft te worden aangepast. Met wendbaarheid bedoelen we dat we onze begroting niet volledig in beton gegoten willen hebben. In de kern is dit het vermogen om met uitgaven te kunnen stoppen zonder dat dit leidt tot bezuinigingen of ombuigingen. Het is overigens een illusie om te veronderstellen dat we de financiële positie van de gemeente perfect ‘smart’ kunnen maken en kunnen uitdrukken in een rapportcijfer.

Weerbaarheid

Kengetallen

bedragen x € 1 miljoen

Ratio weerstandsvermogen,
reeks staat in tijdsvolgorde

R 2017

B 2019

R 2018

B 2020

R 2019

Norm

A. Beschikbare buffers

56

40

53

45

49

B. Nodig voor opvangen risico's

28

37

26

38

33

Ratio (A/B)

2,0

1,1

2,1

1,2

1,5

> 0,8

Algemene reserve 31-12

2014

2015

2016

2017

2018

2019

2020

2021

2022

2023

Programmarekening

28

34

35

24

21

20

Prognose begroting 2020

17

16

18

15

13

R = rekening, B = begroting

Norm: Bodem van € 10 miljoen in het laatste jaar van het meerjarenperspectief

Een aantal jaren geleden was de weerbaarheid hoger. Forse positieve rekeningresultaten zijn indertijd toegevoegd aan de algemene reserve. Zo werd een robuuste buffer tegenover de risico’s opgebouwd. De weerbaarheid neemt de laatste jaren af, onder meer door inzet voor ambities en het opvangen van tekorten in het sociaal domein. De buffers om risico’s op te vangen schommelen mee met de beweging van het rekeningresultaat. De algemene reserve wordt ingezet om de begroting en meerjarenraming rond te krijgen en blijft boven de bodem van € 10 miljoen.

De ratio weerstandsvermogen is verbeterd ten opzichte van de voorspelling bij de Programmabegroting 2020-2023. Dit heeft te maken met én een tellereffect (meer buffers) en met een noemereffect (minder risico) die elkaar versterken. De afname van de benodigde weerstandscapaciteit komt doordat grondexploitaties verder zijn in de planfase en doordat het risico rondom het Programma Aanpak Stikstof beter in beeld is, in combinatie met beheersingsmaatregelen als de Edese Aanpak Stikstofproblematiek.
Het risico ‘sociaal domein’ is veruit het grootste risico. Deze eist € 6,8 miljoen op van de aan te houden buffer van € 33 miljoen. De overige risico’s hebben per stuk een impact van € 1,3 miljoen of minder. Gelet op de achtergrond van de risico’s weten we normaal gesproken over een tot twee jaar hoe de vlag er bij hangt. Voor een meer gedetailleerde toelichting verwijzen we u naar Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing.

Wendbaarheid

Kengetallen

in %

Programmabegroting 2020-2023

2019

2020

2021

2022

2023

Norm

Programmarekening 2019

2019

Netto schuldquote

83

65

75

79

77

76

Gecorrigeerde netto schuldquote

62

45

54

60

57

59

< 100

Solvabiliteitsratio

21

27

20

19

20

17

> 20

Structurele exploitatieruimte

-4

-2

-1

0

-1

0

> 0 in laatste jaarschijf meerjarenperspectief

Grondexploitatie

36

34

28

26

24

16

Belastingcapaciteit

93

93

91

91

91

91

De bovenste drie kengetallen ontwikkelen zich positief ten opzichte van de ramingen in de begroting. Al deze kengetallen hebben gemeen dat de omvang van het vreemd vermogen daar een rol in speelt. Afgelopen jaar is het verwachte financieringstekort in mindere mate opgetreden dan voorzien. De voornaamste oorzaak hiervan was het planningsoptimisme in de uitvoering van projecten. Het aantrekken van aanvullende leningen was hierdoor overbodig. De paragraaf Financieringen (Treasuryparagraaf) gaat hier uitgebreider op in.

Het dalende verloop van het kengetal grondexploitatie past bij het gemeentelijk beleid. Door voortgang in de lopende grondexploitatieprojecten daalt de boekwaarde al jaren gestaag. Tegelijkertijd is de gemeente in haar grondbeleid terughoudend in het openen van nieuwe grondexploitaties.

Over het verloop van de solvabiliteit in meerjarig perspectief ontstond rond de behandeling van de Programmabegroting 2020-2023 een levendig politiek debat. Dat de ratio bij deze programmarekening boven de signaalwaarde van 20% uit komt, betekent niet automatisch dat de wendbaarheid van de begroting sterk verbetert. De wendbaarheid mag niet los gezien worden van de bestuurlijke realiteit. Voortdurend staan we voor de moeilijke opgave om in een tijd van krapte evenwicht te vinden tussen beleidswensen en financiën. Ombuigen binnen de bestaande begroting is weerbarstig en raakt de wendbaarheid van onze begroting. Bovendien hebben we een deel van onze ambities verwezenlijkt via het Investeringsfonds Impuls Ede, dat zijn voeding kent in de precarioheffing. De eindigheid van de heffing en het fonds als dekkingsmiddel voor speerpunten is in zicht. Geld voor nieuwe ambities of versterking van bestaande ambities moeten we dus vinden in nieuwe financieringsstromen of binnen de lopende begroting en meerjarenraming.

ga terug
Deze pagina is gebouwd op 06/09/2020 15:48:11 met de export van 06/03/2020 14:59:49